Teller

  • 251086Totaal aantal bezoekers:
  • 76Bezoekers vandaag:

Kleine St.-Jan

Kleine St.-Jan: een korte geschiedenis.
(bron: De kleine St.-Jan, Antoine P.J. Jacobs)
Kl-St-Jan

Over de eerste decennia van het christelijke leven in Hoensbroek en misschien wel langer is niets bekend. Een lijst van kerken gelegen in het landdekenaat Susteren uit 1307 vermeldt slechts Heerlen. Dit wil niet zeggen dat er toen nog niets bestond. Ook een kapel te Welten (Heerlen-zuid) waarvan zeker is dat deze in 1065 bestond wordt niet vermeld.

Er bestaat een stichtingsoorkonde uit 1390 waarin de kapel te Ghenbroek genoemd wordt (Ghenbroek, in dialect tegenwoordig Gebrook = Hoensbroek). De kapel is gebouwd ergens tussen 1065 en 1390. Hardnekkig circuleert het jaartal 1150 alhoewel dat nergens uit onderbouwd kan worden.

De kapel was ondergeschikt aan Heerlen. Er wordt tevens melding gemaakt van een priester. Deze mocht echter slechts de H.Mis opdragen. Voor het overige waren de bewoners afhankelijk van de parochiekerk te Heerlen en haar pastoor. Met name ’s winters was de verbinding moeilijk door buiten hun oevers tredende Caumer- en Auvermoerbeek. Ook werd de weg onveilig gemaakt door plunderende soldaten en bandieten. Hierdoor was het vaak niet mogelijk de sacramenten te ontvangen of kerkelijk begraven te worden.

In 1390 maakt de elect van Luik, Jan van Beieren, een einde aan deze situatie. Hij besluit dat bij de kapel een kerkhof moet worden ingericht en dat in de kapel de H. Eucharistie en de H. Oliën bewaard zullen worden. Een en ander wordt in eerder genoemde stichtingsoorkonde uit 1390 vastgelegd. Hieruit mag worden afgeleid dat de kapel te Hoensbroek reeds vóór 1390 gebouwd is. “Stichtingsoorkonde” suggereert meer dan feitelijk het geval is. Hiermee wordt Hoensbroek nog geen zelfstandige parochie, de kerk krijgt slechts meer rechten.

Nog in 1558 wordt de kerk van Hoensbroek als “appendix”, hulpkerk, van Heerlen betiteld.

KlStJan_H-Leblanc-klein
De kleine St.-Jan. Een schilderij van Harrie Leblanc.

De wens van Herman Hoen om in zijn verworven territorium ook kerkelijk wat meer grip te krijgen heeft zeker bijgedragen aan het wat losser maken van de band met Heerlen. Als patronaatsheer kon hij immers wat meer rechten doen gelden.

Het patronaatsrecht bleef lange tijd in handen van de familie Hoen. Dat zij een bijdrage leverden aan het in stand houden van de kerk blijkt niet uit schriftelijke stukken. Het mag wel blijken uit het bezit van een herenbank en een grafkelder op het koor van de kerk. Hieruit mag men afleiden dat zij een vooraanstaande positie in de gemeenschap bekleedden.
Met de Fransen in 1795 kwam er een einde aan deze bevoorrechte positie.
Na het vertrek van de Fransen komt Hoensbroek bij het Koninkrijk der Nederlanden.
De familie Hoen keert niet meer terug op hun bevoorrechte posities.
Het kerkje wordt nu parochiekerk van Hoensbroek waar de pastoor heer en meester is. Tot 1906 blijft het kleine kerkje parochiekerk van Hoensbroek. In dat jaar is de “grote” St.-Jan klaar en wordt deze de parochiekerk van Hoensbroek. ( zie: de grote St.-Jan)

De kleine St.-Jan is verrijkt met dertien prachtige glas in lood ramen. Zie hiervoor de aparte pagina.

Het boekje “De kleine St.-Jan, van Antoine P.J. Jacobs” is te koop bij het parochiekantoor van de parochiefederatie Hoensbroek.