Teller

  • 249999Totaal aantal bezoekers:
  • 19Bezoekers vandaag:

Paus Franciscus

(ontleend aan Wikipedia)

Jorge Mario Bergoglio
17 december 1936 –
Franciscus (2014)
Franciscus (2014)
Paus
Periode 2013–heden
Voorganger paus Benedictus XVI
Wapen Wapen
Handtekening Handtekening
Kerkelijke carrière
1973–1979 provinciaal Sociëteit van Jezusvan Argentinië
1980–1986 rector Colegio Máximo San José in San Miguel
1992–1997 hulpbisschop van Buenos Aires
1992–1997 titulair bisschop van Auca
1998–2013 aartsbisschop van Buenos Aires
1998–2013 ordinarius van Argentijnse Gelovigen van de Oosterse Rite
2001–2013 kardinaal-priester van San Roberto Bellarmino
2005–2011 voorzitter Argentijnse Bisschoppenconferentie
2013–heden paus

Paus Franciscus, geboren als Jorge Mario Bergoglio (Buenos Aires, 17 december 1936), is sinds 13 maart 2013 de paus van de Rooms-katholieke Kerk, een positie die inhoudt dat hij leider van deze Kerk, bisschop van Rome en soeverein van Vaticaanstad is. De Argentijn is de eerste jezuïet die paus werd, de eerste uit Latijns-Amerika en van het zuidelijk halfrond. Paus Franciscus wordt door de Rooms-katholieke Kerk beschouwd als de 266e paus. Hij is de opvolger van Benedictus XVI, die op 28 februari 2013 aftrad wegens gezondheidsproblemen.

Zijn hele leven, als individu zowel als religieus leider, staat hij bekend om zijn nederigheid, zijn bekommernis om de armen en zijn inzet voor dialoog als een manier om bruggen te bouwen tussen mensen van alle achtergronden, overtuigingen en religies. Sinds zijn verkiezing tot paus toont hij een simpelere en minder formele aanpak van het pausdom. Zo verkiest hij het Vaticaans gastenverblijf als woonstee in plaats van het Pauselijk Paleis. Zijn eenvoud en menselijkheid hebben hem in korte tijd veel populariteit opgeleverd.

Levensloop

Jeugdjaren

Bergoglio werd op 17 december 1936 geboren in het district Flores van Buenos Aires als oudste kind van Mario Jose Bergoglio en Regina Maria Sivori. Op 25 december 1936 werd hij gedoopt door de Salesiaan Enrique Pozzoli in de basiliek María Auxiliadora van de Salesiaanse parochie San Carlos Borromeo. Zijn vader, afkomstig uit de plaats Portacomaro in Italië, had in 1929 de oversteek naar Argentinië gemaakt. Daar was hij als boekhouder werkzaam voor de spoorwegen. Zijn moeder Regina is in Argentinië geboren, uit Italiaanse ouders van Piëmontees-Genueseorigine. Uit het huwelijk werden, naast Jorge, nog twee zonen en twee dochters geboren van wie op het moment van de verkiezing tot paus alleen nog zijn zus Maria Elena in leven was. De paus is sinds zijn jeugd een supporter van de voetbalclub San Lorenzo de Almagro. 

Bergoglio studeerde af als chemisch technicus aan de technische middelbare school Escuela Nacional de Educación Técnica N° 27 Hipólito Yrigoyen. Enkele jaren werkte hij als zodanig bij de voedselafdeling van het bedrijf Hickethier-Bachmann Laboratory.

Hij studeerde voor priester aan het seminarie Inmaculada Concepción in de wijk Villa Devoto van Buenos Aires. Als seminarist was Bergoglio naar eigen zeggen “verblind” geraakt door een meisje dat hij op een bruiloftsfeest was tegengekomen. Volgens hem kon hij een week lang niet bidden, omdat hij steeds haar beeld voor ogen had. Hij kwam tot de conclusie dat hij een keuze moest maken en besloot haar te vergeten en te kiezen voor het priesterschap.

Op 21-jarige leeftijd werd het bovenste deel van zijn rechterlong verwijderd wegens een ernstige longontsteking en drie cysten, kwalen die destijds door een gebrek aan antibiotica niet anders te behandelen waren. Naar eigen zeggen heeft hij drie dagen tussen leven en dood gezweefd.

Op 11 maart 1958 trad hij toe tot de orde der jezuïeten. Aan het Colegio Máximo San José in San Miguel behaalde hij in 1960 een graad in de wijsbegeerte. In 1964-1965 doceerde hij literatuuren psychologie aan het Colegio de la Inmaculada de Santa Fe en in 1966 doceerde hij verscheidene vakken aan het Colegio del Salvador te Buenos Aires. Hij keerde vervolgens terug naar het Colegio Máximo San José in San Miguel, waar hij van 1967 tot 1970 theologie studeerde.

Bergoglio is een liefhebber van films van de Argentijnse actrice, tangodanseres en zangeres Tita Merello, het Italiaanse neorealisme en de Argentijnse tango. Ook houdt hij van milonga, de traditionele muziek van Argentinië en Uruguay.

Priester

Op 13 december 1969 werd Bergoglio bij de jezuïeten tot priester gewijd door aartsbisschop Ramón José Castellano. Van 1969 tot en met 1971 studeerde hij in de Spaanse plaats Alcalá de Henares om zich verder voor te bereiden op een leven als jezuïet. Aansluitend werkte hij in San Miguel als docent theologie. Op 22 april 1973 legde hij als jezuïet de eeuwige gelofte af van armoede, kuisheid en gehoorzaamheid.

Van 1973 tot 1979 leidde hij als provinciaal de jezuïetenorde in Argentinië. Van 1980 tot 1986 was hij rector in San Miguel, waarna hij in Frankfurt am Main enkele maanden aan de Philosophisch-Theologische Hochschule Sankt Georgen verbleef en er overleg voerde over het schrijven van een proefschrift, dat overigens nimmer voltooid werd. Al snel werd hij naar Argentinië teruggeroepen, waar hij bij het jezuïetencollege in Córdoba actief werd als geestelijk leidsman en biechtvader.

Bisschop

Op 20 mei 1992 werd Bergoglio benoemd tot hulpbisschop van Buenos Aires en titulair bisschop van Auca. Op 3 juni 1997 werd hij benoemd tot aartsbisschop-coadjutor van Buenos Aires, en op 28 februari 1998 volgde hij daar, na diens overlijden, kardinaal-aartsbisschop Antonio Quarracino op. Op 6 november van dat jaar volgde hij Quarracino tevens op als bisschop van de Argentijnse Gelovigen van de Oosterse Ritus, een ordinariaat dat direct onder de Heilige Stoel valt.

Na de bomaanslag op het AMIA-gebouw, waarbij in 1994 in Buenos Aires 85 mensen – voornamelijk Joden – om het leven kwamen, was Bergoglio de eerste publieke figuur die een petitie ondertekende waarin werd opgeroepen om de aanslag te veroordelen en om gerechtigheid voor de slachtoffers.

Als aartsbisschop bezocht hij regelmatig onaangekondigd de achterbuurten van Buenos Aires, de zogenaamde villas miserias. Hij maakte dan een praatje met de kerkgangers en dronk een kopje thee met hen. Hij maakte er beleid van om meer priesters naar deze achterbuurten te sturen. Het aantal verdubbelde onder hem van tien naar meer dan twintig.

Bergoglio was de enige rooms-katholieke geestelijke die Jerónimo Podestá aan zijn sterfbed bezocht. Podestá was een voormalige bisschop die uit zijn ambt was getreden om te kunnen trouwen. Na zijn dood was Bergoglio de enige vertegenwoordiger van de Rooms-katholieke Kerk die zich publiekelijk positief uitsprak over de bijdrage van Podestá aan de Argentijnse Rooms-katholieke Kerk.

Kardinaal

Het kardinaalswapen van Jorge Mario Bergoglio

Op 21 februari 2001 werd hij door paus Johannes Paulus II kardinaal-priester gecreëerd, met de kerk van San Roberto Bellarmino als titelkerk. Hij werd bij de Romeinse Curie onder meer lid van de Pauselijke Raad voor het Gezin, de Congregatie voor de Instituten van Gewijd Leven en Gemeenschappen van Apostolisch Leven, de Congregatie voor de Goddelijke Eredienst en de Regeling van de Sacramenten, de Congregatie voor de Clerus en de Pauselijke Commissie voor Latijns-Amerika.

In 2002 werd hij gevraagd om voorzitter te worden van de Argentijnse Bisschoppenconferentie, maar hij weigerde. Op 9 november 2005 werd hij het toch. Bergoglio werd gekozen voor een termijn van drie jaar en op 11 november 2008 eenmalig herkozen.

Voorafgaand aan het conclaaf van 2005 werd Bergoglio door sommigen gezien als papabile.Volgens een anoniem (niet geauthenticeerd) dagboek toegeschreven aan één van de kardinalen die deelnamen aan het conclaaf, dat op 23 september 2005 in het Italiaanse blad Limes gepubliceerd werd, zou Bergoglio bij de laatste drie stemmingen de tweede plaats na kardinaal Joseph Ratzinger hebben behaald. Bij de eerste stemronde zou hij tien, bij de tweede 35, bij de derde 40 en bij de laatste stemronde 26 stemmen gekregen hebben.

In 2007 woonde hij in een van de synagoges van Buenos Aires de festiviteiten bij van het Rosj Hasjana, het joodse Nieuwjaar. Bergoglio vertelde de joodse congregatie dat hij naar de synagoge was gekomen om zijn binnenste te onderzoeken “als een pelgrim, samen met u, mijn oudere broeders”.

Paus

Paus Franciscus na het uitspreken van het Habemus papam op het balkon van de Sint-Pietersbasiliek, kort voor het uitspreken van de zegen Urbi et orbi

Paus Benedictus XVI kondigde op 11 februari 2013 onverwacht aan dat hij op 28 februari dat jaar aftrad. Als reden gaf de paus dat hij door zijn hoge leeftijd “geestelijk en lichamelijk’” zijn functie niet meer naar tevredenheid kon uitoefenen.

Op 13 maart 2013 werd Jorge Bergoglio, op de tweede dag van het conclaaf, in de vijfde stemronde verkozen tot paus. Hij is de eerste niet-Europese paus sinds de Syriër Gregorius III (731-741), en de eerste van het zuidelijk halfrond. Ook is hij de eerste jezuïet die paus is geworden. Toen kardinaal-protodiaken Jean-Louis Tauran op het balkon verscheen, sprak hij de volgende voorgeschreven woorden:

Ik verkondig u met grote vreugde: we hebben een paus. De meest eminente en eerwaarde heer, de heer Jorge Mario, Kardinaal van de Heilige Roomse Kerk, Bergoglio, die de naam Franciscus heeft aangenomen.

Zijn aantreden kenmerkte zich door soberheid, die hij ook tot uitdrukking brengt in zijn kleding en het gebruik van de pauselijke symbolen. Zo koos paus Franciscus ervoor om na zijn verkiezing eenvoudig in het wit gekleed op het balkon te verschijnen, waar de meeste pausen bij die gelegenheid met de rode mozetta (= een ceremoniële cape), de rijk geborduurde staatsiestola en een gouden kruis getooid waren. De stola droeg hij alleen tijdens het uitspreken van zijn eerste Urbi et orbi. En hij gebruikte de zilveren pectorale die hij al had toen hij nog kardinaal en aartsbisschop was van Buenos Aires. De mozetta liet hij achterwege. Zijn vissersring is niet van goud, maar van verguld zilver.

Paus Franciscus spreekt vloeiend Spaans, Italiaans, Duits en Latijn.

Franciscus stak al snel zijn hand uit naar niet-gelovigen. Zo zei hij op 24 mei 2013 dat Jezus ook stierf voor atheïsten. Op 11 september 2013 zei Franciscus zelfs een dialoog te zoeken tussen christenen en ongelovigen.

Pausnaam

Bergoglio noemt zich Franciscus als eerbetoon aan Franciscus van Assisi, de apostel van de armen, die ook voor de stichter van de jezuïetenorde Ignatius van Loyola een groot voorbeeld is geweest. Ter gelegenheid van zijn eerste Angelusgebed op 17 maart 2013 zei hij dat hij de naam had aangenomen van de patroonheilige van Italië en dat die zijn spirituele banden versterkt met het land waar zijn familie oorspronkelijk vandaan komt.

Franciscus is de eerste paus sinds paus Johannes Paulus I die een nog niet eerder gevoerde naam aannam.

Pauselijk wapen

Het wapen van paus Franciscus

Het pauselijk wapen is, net als bij voorgaande pausen, in grote lijnen identiek aan het wapen dat kardinaal Bergoglio als aartsbisschop van Buenos Aires voerde. Het schild bestaat uit een veld van azuur met daarin een gouden ster, een nardusbloem en het monogram IHS. Toegevoegd zijn de gouden en zilveren sleutel en het rode koord, die sinds de 12e eeuw vaste elementen van het pauselijk wapen zijn. Franciscus’ voorganger had de tiara vervangen door een mijter; bij dit wapen is dat niet anders. Het door Benedictus toegevoegde pallium is door de huidige paus weggelaten. De zon met de letters IHS met een kruis en drie nagels verwijzen naar Christus’ lijden en vormen het zegel van de orde van de jezuïeten. Onderaan staat een ster, die in de katholieke traditie naar Maria (Sterre der Zee) verwijst, en een tros bloemen van de nardus-plant, die in veel Spaanstalige landen een symbool van de heilige Jozef is. Als eerste paus in de geschiedenis heeft Franciscus zijn bisschoppelijke wapenspreuk aan het wapen toegevoegd: Miserando atque eligendo (“Gekozen uit genade”). Dit is een kort fragment uit een preek van de eerbiedwaardige Beda over de apostel Matteüs

Residentie

Paus Franciscus heeft ervoor gekozen om niet te gaan wonen in het pauselijk appartement op de derde verdieping van het Apostolisch Paleis, sinds 1903 de privéwoning van de opeenvolgende pausen. Hij geeft de voorkeur aan de Domus Sanctae Marthae, het eenvoudigere gastenverblijf van de Heilige Stoel. Hij verblijft er in suite 201, waar hij eveneens bezoekers kan ontvangen. De maaltijden nuttigt hij in de gemeenschappelijke eetzaal. Hij blijft wel de audiëntiezalen op de tweede verdieping van het Apostolisch Paleis gebruiken voor de formele ontvangsten en samenkomsten. Elke zondag verschijnt hij, zoals zijn voorgangers, aan een buitenraam op de derde verdieping om het Angelus uit te spreken voor de aanwezigen op het Sint-Pietersplein.